De Spuije inhoud laatste nummers

De Spuije verschijnt drie keer per jaar

Hieronder vindt u een kort overzicht van de inhoud van enkele recent en eerder verschenen nummers.




De Spuije 119 Zomer 2023 

- Ambachtsheer Swart: kasteelheer van een luchtkasteel / Adri Haaij
- Een Koets met peeën / Caspar Mulders 
- Een onopgemerkt monument in de Wilhelminapolder / Ad Beenhakker 
- Metamorfoze en De Wilhelminapolder / Jan de Jonge 
- Archeologische waarneming van de Nieuwkamersedijk / Bas Chamuleau 
- Op bezoek bij pastoor Jan de Roeper / Frank de Klerk 
- Vrouwenkiesrecht in Goes / Albert L. Kort 
- Frans de Soomer, over een bewogen leven… / Hester van Rees 
- Waterbouwkundige Johan van Veen (1893-1959) / Joan de Jonge 

Na het overlijden van Pieter Hoogerwerff, ambachtsheer van ’s-Heer Hendrikskinderen, werd de ambachtsheerlijkheid enkele jaren later op een veiling verkocht. De nieuwe ambachtsheer was Tjibbe C. Swart, een journalist uit Rijswijk. Hij had grootse plannen en wilde het lang verdwenen kasteel van ’s-Heer Hendrikskinderen later herrijzen. Vorig jaar verwierf het Historisch Museum De Bevelanden een schilderij van Dirk Jan Koets. Afgebeeld zijn karren met paarden ervoor en hopen suikerbieten. Die liggen te wachten op transport per schip naar de suikerfabriek. Caspar Mulders vertelt over de schilder en het schilderij. Suikerbieten waren een belangrijk product op het bedrijf waar Ad Beenhakker over schrijft: De Wilhelminapolder. Dit artikel gaat niet over het bedrijf, maar over de monumentale woning van de directeur van de maatschap uit 1938. Het is een bijzonder ontwerp van architect J.J.P. Oud en kan met recht worden beschouwd als een ‘onopgemerkt’, maar wel belangrijk monument. Enkele jaren geleden werd dichtbij de Schaapskooi in Nisse de Nieuwkamersedijk doorgraven voor het leggen van een duiker. AWN-lid Bas Chamuleau, vrijwilliger in de archeologie, was daarbij aanwezig. Het gebeurt niet vaak: een interview met iemand die meer dan vijfhonderd jaar geleden overleden is. Frank de Klerk ging voor deze Spuije echter op bezoek bij Jan de Roeper, pastoor van het al lang geleden verdronken dorp Valkenisse. Dat was een tijd dat er nog geen vrouwenkiesrecht bestond, het zou nog duren tot begin twintigste eeuw. Albert L. Kort beschrijft hoe de strijd om het kiesrecht te verkrijgen werd gevoerd in Goes. We blijven in Goes met het verhaal over leven en werk van Frans de Soomer, fotograaf en schilder. Hester van Rees ging op zoek naar gegevens over deze uit België afkomstige markante Goesenaar die zich niet altijd van zijn beste kant liet zien. Nu we dit jaar herdenken dat zeventig jaar geleden de Watersnoodramp plaatsvond, schetst Joan de Jonge het leven van een van de ‘vaders’ van de Deltawerken, Johan van Veen. Een markante man, die in zijn tijd niet altijd de waardering kreeg die hij verdiende.
 




De Spuije 118 - Voorjaar 2023
 
- Adriaan Tak van Poortvliet, een leven in ’t kort / Adriaan Jacobovits de Szeged 
- Archeologische waarneming van de Nieuwkamersedijk / Bas Chamuleau 
- Brood van gestolen tarwe voor de inwoners van Oudelande / G.J. Lepoeter 
- Afbraak zonder spijt: het slechten van de Goese poorten (1847-1862) / Marten Hemminga 
- Op bezoek bij pastoor Jan de Roeper / Frank de Klerk 
- Anatomie van een Goes schuttersstuk / Eef van Brummelen 
- Eliza Roozendaal, Zaanse Spanjestrijder uit het Zeeuwse Schore / Lourens Meeuwsen 
- Dode bij het ‘kattekneppelen’ in ’s-Heerenhoek / Kees Floor 
- Boekindruk:     De Vaderse Boerdrijen / Aad de Klerk 
                                Bevelanders met bestemming ‘Indië’ en Korea 1945-1953 / Albert L. Kort 

De naam Tak van Poortvliet is in Zeeland niet onbekend. Onder andere via Marie Tak van Poortvliet van het gelijknamige museum in Domburg. De Bevelanden waren meer het terrein van haar broer Adriaan. Hij liet in Oudelande ’t hof de Dierik bouwen (zie Spuije 105) en bezat veel land op onder andere Noord- en Zuid-Beveland. Kleinzoon Adriaan Jacobovits de Szeged geeft ons een inkijkje in het leven van een welgestelde familie in de eerste helft van de twintigste eeuw. 
Enkele jaren geleden werd dichtbij de Schaapskooi in Nisse de Nieuwkamerse dijk doorgraven voor het leggen van een duiker. AWN-lid Bas Chamuleau, vrijwilliger in de archeologie, was daarbij aanwezig. De dijk is in het begin van de vijftiende eeuw aangelegd en op de plaats waar de duiker nu werd gelegd later doorgebroken en ook weer hersteld. 
Halverwege de negentiende eeuw was in Oudelande een dievenbende actief. De bende, waarvan onder andere een bakker, een molenaar en diverse arbeiders deel uitmaakten, had het voorzien op graan van boeren uit de omgeving. Ze waren geruime tijd actief, maar werden op den duur toch opgepakt. G.J. Lepoeter vertelt over hun activiteiten en het proces dat volgde. Dat inzichten in de loop der tijd drastisch kunnen veranderen lezen we in het artikel van Marten Hemminga over de afbraak van de Goese stadspoorten. Velen betreuren nu dat ze verdwenen zijn, maar halverwege de negentiende eeuw overheerste de mening dat ze zo snel mogelijk afgebroken moesten worden. Lourens Meeuwsen komt in deze Spuije met een artikel over Spanjestrijder Eliza Roozendaal, afkomstig uit Schore. Eind jaren dertig trokken honderden mannen en vrouwen naar Spanje om daar te vechten tegen de troepen van generaal Francisco Franco. Ook enkele Zuid-Bevelanders, waarvan Eliza er een was. Hij bezweek aan zijn in de strijd opgelopen verwondingen en lag tot 2021 in een naamloos graf. 
Katknuppelen is een zogenaamd ‘kwelspel’ dat honderden jaren populair was, ook in Zeeland. In 1875 werd het verboden, maar enkele jaren eerder viel er nog een dode tijdens dit volksvermaak in ’s-Heerenhoek. Kees Floor beschrijft de toedracht van dit ongeval.
 


Spuije 117 - Winter 2022 

- De veldnamen van Hoedekenskerke, verzameld door Jan en Gerard Bliek / Adri Haaij 
- Achter een huwelijksgedicht / Caspar Mulders 
- Esdra Pekaar, ‘een scheepje zonder roer’ / Allie Barth 
- De fatale vlucht naar Kwadendamme in oktober 1944 / Hans de Vos en Jos Roelse 
- Een dorpsgemeenschap onder de rook van Goes / Albert L. Kort 
- Een vergeten schilder en een verdwenen stadsgezicht / Ad Beenhakker 
- De koninklijke beschuiten van Huibrecht van ’t Westeinde / Toon Franken 
- Pioniers in De Poel / Gemeentearchief Goes 
- Boekindruk: In de Polder bij elkander / Lo van Driel 

Tussen 1993 en 2004 zijn door de Heemkundige Kring De Bevelanden een aantal veldnamenboeken uitgegeven, in samenwerking met het Gemeentearchief Goes. Daarna is het onderzoek verdergegaan, maar publicaties zijn er niet meer geweest. Indien mogelijk willen we dat in de komende jaren wel doen, maar gezien de hoge kosten en de naar verwachting beperkte afzet is dat niet eenvoudig. Soms blijkt het echter mogelijk om tot een publicatie van beperkte omvang te komen, zoals in dit artikel van Adri Haaij over de Hoedekenskerkse veldnamen. 
Heel anders verging het Esdra Pekaar, zo kunnen we lezen in een bijdrage van Allie Barth. Esdra was lange tijd afhankelijk van steun van het Burgerlijk Armbestuur van Yerseke. Hij had een moeilijk leven en werken lukte niet erg. Emigratie naar Canada leek uitkomst te bieden, maar helaas, ook dat bleek geen oplossing te zijn. Enige tijd geleden kwam het Historisch Museum De Bevelanden bij toeval in het bezit van een achttiende-eeuws huwelijksgedicht. Caspar Mulders zocht uit wie de huwelijkskandidaten waren. 
Bijna tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog blijven er nog steeds verhalen opduiken over die tijd. Vaak ‘kleine geschiedenissen’ die voor de betrokken soms wel voor groot leed zorgden. Zo ook in deze bijdrage van Hans de Vos en Jos Roelse over enkele inwoners van Hoedekenskerke. Ze dachten zichzelf in veiligheid te brengen tijdens de bevrijding van Zuid-Beveland, maar juist hun vlucht had dramatische gevolgen. 
Albert L. Kort begint zijn verhaal met te stellen dat ’s-Heer Hendrikskinderen niet erg tot de verbeelding spreekt. Toch blijkt er nog genoeg over het dorp te vertellen als hij de kerk, de school en het Heer Hendrikhuis onder de loep neemt. Gebouwen waar de dorpsgemeenschap elkaar door de eeuwen heen trof en nog steeds treft. Ad Beenhakker neemt ons met de schilder Johan Nijland mee naar een plekje ten westen van Goes. Nijland schilderde het uitzicht dat men daar op de stad had in de eerste helft van de vorige eeuw. Deels bestaat dat nog, maar een groot deel zien we niet meer door de oprukkende bebouwing of omdat het geheel verdwenen is. 
Ook de ’s-Heerenhoekse bakkerij waar Toon Franken over schrijft is verdwenen. Rond 1900 was Huibrecht van ’t Westeinde daar bakker. Zijn beschuit zorgde ervoor dat hij het predicaat ‘Hofleverancier’ mocht voeren.
 


De Spuije 116 - Zomer 2022 

- Curtagosum opnieuw bezien / Marten Hemminga 
- Het pacifisme in Goes in de tweede helft der negentiende eeuw / Gerard van der Wal 
- De afdeling Kats van de Algemene Nederlandse Landarbeiders Bond in het interbellum / Joan de Jonge 
- Zilvervos in Zeeland / Jan de Jonge 
- Reigers gevlogen: de geschiedenis van de Reigersweel bij Goes / Frank de Klerk 
- Een grammofoonplaat / Allie Barth 
- Boekindruk:     Reuzenarbeid / Hanna van Boven 
                                De weduwe / Albert L. Kort 

Na het revolutiejaar 1848 werd een jaar later een vredescongres georganiseerd. Er ontstond een vredesbeweging die vanaf eind jaren zestig van de negentiende eeuw een forse groei beleefde in heel Europa. De gruwelen van de Frans-Duitse oorlog van 1870- 1871 waren daarbij van grote invloed. Ook in Nederland werd al snel een vredesbeweging opgericht waarbij liberalen uit Goes een belangrijke rol speelden. Gerard van der Wal beschrijft dat proces en geeft ook inzicht in de liberale beweging in Goes en de sociale, economische en familiebanden tussen een aantal van de leden. Waar ligt de oorsprong van Goes, het oude Curtagosum? Velen hebben hier onderzoek naar gedaan en er over geschreven. Ook Marten Hemminga deed dat en geeft in dit artikel zijn visie op deze vraag. 
Begin twintigste eeuw begonnen landarbeiders zich te organiseren. Hun werk was zwaar en werd vaak slecht betaald. De arbeider had weinig invloed op loon en arbeidsomstandigheden. Dat moest anders en om sterker te staan in het overleg met de boeren werd de Algemene Nederlandse Landarbeiders Bond opgericht. Ook in Kats was er een afdeling. Joan de Jonge vertelt over de activiteiten van die afdeling in de jaren 1917-1940. 
Begin januari 2021 kwam er een einde aan de pelsdierhouderij in Nederland. In Zeeland is deze bedrijfstak nooit van groot belang geweest, maar er waren toch een paar bedrijven actief. Op een ervan, gevestigd in Heinkenszand, werd een bijzonder dier gefokt: de zilvervos. Jan de Jonge beschrijft opkomst en ondergang van het bedrijf. 
Niet alleen vossen in deze Spuije, maar ook reigers. Frank de Klerk zocht de geschiedenis van de Reigersweel uit. Ontstaan bij een dijkdoorbraak begin veertiende eeuw lag die bij de ’s-Heer Hendrikskinderendijk. Was de weel eerst jacht- en visgebied, later zou die steeds verder gedempt worden om tenslotte als stortplaats voor vuilnis een roemloos einde te krijgen begin twintigste eeuw.

 



De Spuije 115 - Voorjaar 2022 

- Het begin van de Tweede Wereldoorlog in Zeeland / Bas van der Straaten De Zeeuwse streekdrachten, Goed gemutst / Hester van Rees 
- De middeleeuwse bedijking van Noord-Beveland / Bas Chamuleau 
- In gesprek met Ad Beenhakker. Wil je het landschap begrijpen, dan moet je ook de historie kennen / Hanna van Boven en Anneke van Waarden-Koets 
- Boekpresentatie: Luchtoorlog boven Zuid-Beveland, door Wim de Meester en Kees Stoutjesdijk / Hester van Rees 
- Boekindruk:     Het wonder van de hbs / Albert L. Kort 
                                In de voetsporen van mijn grootvader / Frits de Kaart 

In de loop der jaren hebben we al veel artikelen over de Tweede Wereldoorlog in de Spuije opgenomen. Vrijwel altijd ging het dan over de laatste dagen of weken van de oorlog. Slechts zeer zelden ging het over het begin van de oorlog. In deze Spuije hebben we echter het relaas van de families Van der Straaten en Griep uit Hansweert opgenomen. Zij vluchtten in mei 1940 naar het zuiden, om te proberen via België en Frankrijk, Engeland te bereiken. Bas van der Straaten maakte aantekeningen over hun tocht die hij uitwerkte in dagboekvorm. Een bijzonder verslag van een verwarrende en onzekere tijd. 
In een reeks boeken over Zeeuwse streekdracht verscheen vorig jaar een publicatie over de muts in de klederdracht. Hester van Rees sprak met een van de auteurs en we zien in het artikel hoe modeontwerpster Susan Bakx-Plasmans zich liet inspireren door oude voorbeelden. 
Met Bas Chamuleau kijken we naar de bedijking van Noord-Beveland. Door overstromingen in de zestiende eeuw en latere ontwikkelingen, ging veel van het Noord[1]Bevelandse bodemarchief verloren. Toch bleek het mogelijk door onderzoek van bodemprofielen en kaartmateriaal een reconstructie te maken van de middeleeuwse bedijking.
 Zoals vermeld in de vorige Spuije nam Ad Beenhakker afgelopen najaar na vele jaren afscheid van het bestuur van de Heemkundige Kring. In dit nummer vertelt Ad in een gesprek met Hanna van Boven en Anneke van Waarden-Koets over zijn leven en werk en zijn belangstelling voor alles wat met Zeeuwse historie en natuur te maken heeft.



 

De Spuije 113 - Voorjaar 2021

Een toegewijde penningmeesteresse / G.J. Lepoeter

Priesters, broeders en zusters, deel I / Frits de Kaart

De Zeeuwse schipper Pieter de Waeijer de la Rue nader beschouwd, deel II / Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer

Het grote bouwterrein bij het dorp Kats / Joan de Jonge

Gesloten huwelijken voor de wet van Wemeldinge en het wel en wee van de katholieke familie Kuilenbroek / Adri Haaij

De luchtoorlog boven Zuid-Beveland / Wim de Meester en Kees Stoutjesdijk

Een nieuwe kijk op de loop van de Korte Gos / Sjako Ruster

Drinkwatervoorziening in ons dorp (’s-Heerenhoek) / Kees Rentmeester

 

Ken den Heer in al uwe wegen, dat was de naam van de jongedochtersvereniging waar Lena Magdalena Schipper penningmeesteresse was. G.J. Lepoeter kwam in het bezit van enkele van haar geschriften, waaronder haar dagboek. Fragmenten daaruit laten ons zien wat de toen zesentwintigjarige Lena zoal bezighield.

Van een jongedochtersvereniging naar de abdij van Postel is in de Spuije een kleine stap. Ook in dit artikel van Frits de Kaart gaat het om nagelaten geschriften. Nu door pater Walter Laurentius Rijk, afkomstig uit ’s-Heerenhoek. Tijdens zijn verblijf in Postel verzamelde hij informatie over Zuid-Bevelandse katholieke (boeren)families en boerderijen, zowel tekst als foto’s. Hij bewaarde die in albums die vorig jaar werden overgedragen aan de Heemkundige Kring en nu in bewaring zijn bij het Genealogisch Centrum Zeeland in Middelburg. In deze en de komende Spuijes zullen we enkele artikelen op basis van dat materiaal opnemen.

Uit het eerste deel van het artikel over Pieter de Waijer de la Rue door Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer, bleek dat zijn carrière als kapitein een voortvarende start beleefde. In dit tweede deel lezen we over de verdere avonturen van Pieter en over de problemen waarmee hij te maken kreeg.

Sommige leden van onze verenigingen zullen zich de aanleg van de Zeelandbrug herinneren. De betonnen onderdelen waarmee de brug werd opgebouwd zijn gemaakt op een bouwterrein bij Kats. Joan de Jonge beschrijft hoe het bouwterrein tot stand kwam en wat het betekende voor het eerder zo rustige dorp Kats.

Adri Haaij las in de gerechtsrol van Wemeldinge over een aantal katholieke huwelijken aldaar. Deze bruidsparen konden niet in de kerk trouwen, maar wel voor de wet. In dit artikel gaat het voornamelijk over leden van de familie Kuilenbroek en hun leven in de omgeving van Wemeldinge.

Verder in deze Spuije een nieuwe theorie over de loop van de Korte Gos, een bijdrage over de komst van de waterleiding naar ’s-Heerenhoek en het verloop van de luchtoorlog boven Zuid-Beveland.

 

 

De Spuije 112 Voorjaar 2021

Het Goesche Wondermeisje / Jacqueline Baaijens

Uit het leven van een diender in Goes / Albert L. Kort

Jantje de Prentenknipper / Hester van Rees

De Zeeuwse schipper Pieter de Waeijer de la Rue nader beschouwd / Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer

Ziekenzorg en wijkverpleging in Kapelle en Biezelinge, 1898-1965 / Jan de Jonge

Houzaagmolen De Eendracht / Mandrie Harinck

 

Het openingsartikel in deze Spuije gaat over het Goesche Wondermeisje. Sommigen van u hebben wellicht al over haar gelezen op de facebookpagina van de Heemkundige Kring. Een paar jaar geleden stond daarop een bijdrage over dit meisje met misvormde handen, dat begin twintigste eeuw als curiositeit op de kermis werd tentoongesteld. Naar aanleiding van dat verhaal is een groep mensen een zoektocht begonnen om te achterhalen wie zij was, waar ze vandaan kwam en wat er van haar geworden is.

Voor de tweede bijdrage in dit blad blijven we in Goes. Albert L. Kort vertelt over de belevenissen van een Goese politieagent die ongeveer honderd jaar geleden in dienst trad. Agent Saaman was van eenvoudige komaf en was blij dat hij bij de politie in dienst kon treden. Het was immers een beroep dat bestaanszekerheid bood. Het was een tijd van handkarren en dienstfietsen, maar ook van gevaren in de Tweede Wereldoorlog. En we lezen dat ook in die tijd al lokagenten werden ingezet, verkleed in Bevelandse klederdracht.

Enkele jaren geleden stonden in de Spuije een paar artikelen over Pieter de Waeijer de la Rue. Auteurs Theo Wajer en Boudewijn Huenges Wajer hebben verder onderzoek gedaan naar leven en werken van Pieter. In dit artikel gaan ze in op zijn leven als zeeman. Hij maakte verschillende reizen voor de Middelburgsche Commercie Compagnie en de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij klom daarbij op van secretaris tot schipper.

In deze tijd, waarin velen getroffen worden door de Covid-19 pandemie, blijkt weer hoe belangrijk een goede gezondheidszorg is, die dicht bij de mensen staat. Rond 1900 was men zich daar ook al van bewust en werden in veel plaatsen verenigingen opgericht voor het verstrekken van medische hulpmiddelen en ziekenzorg. De kruisverenigingen die toen ontstonden zouden een belangrijke rol spelen bij de verzorging van zieken en de bestrijding van ziekten als tuberculose. Jan de Jonge beschrijft hoe dit proces zich voltrok in Biezelinge en Kapelle.

Mandrie Harinck schreef eerder over houthandel Harinck in Goes en in deze Spuije gaat hij nader in op houtzaagmolen van de familie Harinck: De Eendracht. Hij beschrijft de werking van de molen en de verwerking van het hout van boom tot plank. En verder lezen we hoe het de familie Harinck verging vanaf de stichting van de molen in 1701 tot de afbraak in 1903.

 


De Spuije 111 Winter 2020

Bolwerk van verzet / Frits de Kaart

Kornelia Dirkje / Hester van Rees

Kees Bruijnes, portret van een Antilliaanse in streekdracht / Hester van Rees

Poldersedijk, de oudste dijk van Zuid-Beveland / Bas Chamuleau

De lijn Dordrecht-Goes / Frank de Klerk, Hans Blok (gegevens Dordtse scheepsbouwers)

Landbouwvereniging ‘Vooruitgang is ons streven’ (VIOS), te Kapelle/ G.J. Lepoeter

De Jorismeet in Wemeldinge / Adri Haaij

De Koenkelpot / Maria P. Burger-de Dreu

               

Het eerste artikel in deze Spuije gaat over verzetsstrijder Nicolaas Corstanje uit Goes. Frits de Kaart beschrijft het leven en verzetswerk van deze Goesenaar. Om te voorkomen dat hij als oud-militair naar Duitsland zou worden afgevoerd, dook hij onder in de Achterhoek waar hij het verzetswerk voortzette. Later vertrok hij naar Den Haag waar hij werd gearresteerd en kort daarna gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte.

In de twee volgende artikelen beschrijft Hester van Rees twee voorwerpen uit de collectie van het Historisch Museum De Bevelanden. Voorwerpen met een bijzonder verhaal. Het gaat daarbij om een beeldje van een weeshuiskind en een schilderij van een Antilliaans meisje in Zeeuwse streekdracht. Dat laatste is een bijzondere combinatie die weergeeft hoe het óók kan als twee culturen elkaar ontmoeten.

Vervolgens gaan we ver terug in de tijd, naar de twaalfde eeuw. Toen werd een begin gemaakt met de aanleg van de ringdijk rond Zuid-Beveland. De Poldersedijk bij ’s-Heer Arendskerke, was daar een onderdeel van. Bas Chamuleau geeft een beschrijving van het ontstaan van het gebied, het Zwake-systeem en van de dijk zelf, die bij werkzaamheden aan de Sloeweg en de A58 doorgegraven is. Dit maakte het mogelijk de activiteiten van vele generaties van dijkenbouwers in beeld te brengen.

De jaren zeventig van de negentiende eeuw waren voor de Bevelandse boeren een slechte periode. Graanprijzen stonden onder zware druk door buitenlandse concurrentie en de meekrapteelt verdween door de uitvinding van synthetische kleurstoffen. In die situatie was er behoefte aan kennis en onderwijs. Landbouwvereniging ‘Vooruitgang is ons streven’, uit Kapelle wilde daar ook aan bijdragen. G.J. Lepoeter vertelt hoe de vereniging tot stand kwam en over de activiteiten, tot ze in 1991 werd opgeheven.

 


De Spuije 110 Zomer 2020

De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel II / Albert L. Kort

Expositie ‘De originele Randjes’ / Hester van Rees

De vesten van Goes / Frank de Klerk

Een kasboek lopend van 1 maart 1900 tot 1 maart 1910 / Jan de Jonge, Nieuwerkerk

De coöperatieve arbeidersvereniging Cats Algemeen Belang / Gerard van der Wal

Een oudheidkundige vereniging / Frits de Kaart

               

Dit zomernummer beginnen we met het tweede deel van het artikel over de politie van Goes, door Albert Kort. De nadruk ligt deze keer op de twintigste eeuw. Een eeuw met ingrijpende gebeurtenissen, zoals twee wereldoorlogen, die ook invloed hadden op het Goese politiekorps. Een korps dat in de loop der jaren flink groeide, met steeds meer verschillende functies en een nieuw politiebureau.

Nu het Historisch Museum De Bevelanden de deuren weer heeft geopend kunnen we ook in dit nummer van de Spuije aandacht besteden aan een expositie. Het betreft een bijzondere toevoeging aan de reeks merklappententoonstellingen. Ditmaal gaat het om de randjes van de merklappen. Voor de expositie is een selectie gemaakt van geborduurde randjes die jarenlang via een Facebookgroep verzameld zijn. Hester van Rees beschrijft de achtergronden van de expositie.

Enkele jaren geleden organiseerde de Heemkundige Kring een excursie langs de Goese vesten, onder leiding van Frank de Klerk. Hij wist daarbij boeiende verhalen over het ontstaan van de vesten te vertellen. In dit artikel volgen we de geschiedenis van de vesten van de veertiende tot in de twintigste eeuw. Van Jacoba van Beieren, via de Geuzen en de Fransen tot de afbraak van vrijwel alle bouwwerken in de negentiende eeuw.

Gerard van der Wal beschrijft de opkomst en ondergang van de coöperatieve vereniging Algemeen Belang in Kats. Bijna 100 jaar zorgde die voor de inkoop van kolen voor de arbeiders van Kats voor een redelijke prijs.

Van Frits de Kaart is er in deze Spuije een bijdrage over een vereniging die heel wat korter heeft bestaan. Namelijk de voorganger van de huidige Heemkundige Kring: de Oudheidkundige Vereeniging ‘De Bevelanden’. Opgericht in 1928 zou deze al in 1934 zijn opgeheven. Tot voor kort was over de vereniging nauwelijks iets bekend, maar in dit artikel krijgen we een aardig beeld van de toenmalige activiteiten, die weinig lijken af te wijken van die van de huidige vereniging.



 


Spuije 109 Voorjaar 2020

Waar leg je de grens? Gemeentelijke herindelingen 1815-1970 / Marcel van der Borgt

De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel I / Albert L. Kort

De molenaar van Nisse in opspraak / Adri Haaij

De Vreemid, 16-22 juli 1921 / Jan de Jonge

               

Ieder jaar zijn er herdenkingen. Dit jaar is dat onder andere het geval met de gemeentelijke herindeling van de Bevelanden, in 2020 vijftig jaar geleden. Voor Marcel van der Borgt was dat aanleiding om eens terug te kijken naar de ontwikkelingen op langere termijn. Hij begint zijn artikel in 1815, na het vertrek van de Fransen. Daarbij komen niet alleen de veranderingen in Zeeland of op de Bevelanden aan de orde. Er wordt ook nagegaan hoe men in omringende landen met het verschijnsel ‘gemeente’ omgaat. En hij stelt zich de vraag, hoe nu verder? Want: waar leg je de grens?

Het tweede artikel in deze Spuije gaat over de Goese politie, geschreven door Albert L. Kort. Ook hij begint zijn verhaal in de eerste helft van de negentiende eeuw. Van een ‘politiemacht’ was op dat moment nog geen sprake en de stadsbestuurders hadden na een volksoproer wel door dat er op dat vlak iets moest gebeuren. Snel gingen de veranderingen niet en ook de kwaliteit van de negentiende-eeuwse agenten liet nogal eens te wensen over. In deze Spuije het eerste deel van de weg die werd afgelegd naar een degelijke en betrouwbare politieorganisatie.

Met een bijdrage over de molenaar van Nisse gaan we een paar honderd jaar verder terug in de tijd. Adri Haaij dook in het verleden van de familie Haaij en kwam uit bij Marinus Haey, jongeman van Baarland, die zich in Nisse vestigde als molenaar. Enkele jaren na zijn huwelijk, met Neeltje de Vriese, werd Marinus er van beschuldigd dat hij vleeselijke conversatie had gehad met een jongedame die niet zijn vrouw was. Wie sprak de waarheid?

In onze tijd worden regelmatig feesten en manifestaties georganiseerd in de binnenstad van Goes, maar ook honderd jaar geleden was het al zo. In 1921 was er in de maand juli een manifestatie genaamd Vreemid. De manifestatie duurde een week en trok grote aantallen bezoekers. Ze konden de tentoongestelde goederen bekijken, maar er was ook veel muziek en allerlei spelen. Er waren demonstraties en iets dat leek op tooverij: een draadloos concert dat vanuit Den Haag te horen was in Goes. Er waren die week in Goes ook nog een zangconcours en een turntoernooi, zodat het is de stad met de duizenden bezoekers een drukte van belang was. Jan de Jonge schreef er een artikel over naar aanleiding van een prent van de tentoonstelling die bij toeval werd gevonden.

 

De Spuije 109 Voorjaar 2020

Inhoud:

  • Waar leg je de grens? Gemeentelijke herindelingen 1815-1970 / Marcel van der Borgt
  • De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel I / Albert L. Kort
  • De molenaar van Nisse in opspraak / Adri Haaij
  • De Vreemid, 16-22 juli 1921 / Jan de Jonge

               

Ieder jaar zijn er herdenkingen. Dit jaar is dat onder andere het geval met de gemeentelijke herindeling van de Bevelanden, in 2020 vijftig jaar geleden. Voor Marcel van der Borgt was dat aanleiding om eens terug te kijken naar de ontwikkelingen op langere termijn. Hij begint zijn artikel in 1815, na het vertrek van de Fransen. Daarbij komen niet alleen de veranderingen in Zeeland of op de Bevelanden aan de orde. Er wordt ook nagegaan hoe men in omringende landen met het verschijnsel ‘gemeente’ omgaat. En hij stelt zich de vraag, hoe nu verder? Want: waar leg je de grens?

Het tweede artikel in deze Spuije gaat over de Goese politie, geschreven door Albert L. Kort. Ook hij begint zijn verhaal in de eerste helft van de negentiende eeuw. Van een ‘politiemacht’ was op dat moment nog geen sprake en de stadsbestuurders hadden na een volksoproer wel door dat er op dat vlak iets moest gebeuren. Snel gingen de veranderingen niet en ook de kwaliteit van de negentiende-eeuwse agenten liet nogal eens te wensen over. In deze Spuije het eerste deel van de weg die werd afgelegd naar een degelijke en betrouwbare politieorganisatie.

Met een bijdrage over de molenaar van Nisse gaan we een paar honderd jaar verder terug in de tijd. Adri Haaij dook in het verleden van de familie Haaij en kwam uit bij Marinus Haey, jongeman van Baarland, die zich in Nisse vestigde als molenaar. Enkele jaren na zijn huwelijk, met Neeltje de Vriese, werd Marinus er van beschuldigd dat hij vleeselijke conversatie had gehad met een jongedame die niet zijn vrouw was. Wie sprak de waarheid?

In 1921 was er in de maand juli een manifestatie genaamd Vreemid. De manifestatie duurde een week en trok grote aantallen bezoekers. Ze konden de tentoongestelde goederen bekijken, maar er was ook veel muziek en allerlei spelen. Er waren demonstraties en iets dat leek op tooverij: een draadloos concert dat vanuit Den Haag te horen was in Goes. Er waren die week in Goes ook nog een zangconcours en een turntoernooi, zodat het is de stad met de duizenden bezoekers een drukte van belang was. Jan de Jonge schreef er een artikel over naar aanleiding van een prent van de tentoonstelling die bij toeval werd gevonden.

 

 

 

Spuije 108 Winter 2019

Inhoud:

  • Het dagboek van Kees van de Vrie 1943-1945 / Jan de Jonge
  • Slag om de Schelde, waarom eigenlijk vergeten? / Hester van Rees
  • Andries de Koning en Geert de Koning, verzetshelden / Kees van den Bovenkamp
  • Vorstelijk bezoek: Stadhouder Willem V’s tournee op Zuid-Beveland / Veronica Frenks en Anna de Bruyn
  • Het staat genoteerd, het Notule Boek van de Israëlitische gemeente te Goes / Jan Kouwen
  • De klokkenluider van Yerseke / Hans Blok

                

We beginnen daarbij met het dagboek van Kees van de Vrie. Kees was een jonge boerenzoon uit ’s-Heer Abtskerke die werd opgeroepen om te gaan werken in Duitsland. Daar voelde hij niets voor en hij dook onder. Dat ging lang goed, maar op den duur is hij toch opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij hield in de periode dat hij van huis weg was een dagboek bij, waarin hij op boeiende wijze zijn belevenissen beschreef. Van de familie Van de Vrie kregen we een kopie van het dagboek en Jan de Jonge maakte er een bewerking van.

Hester van Rees stelde zich de vraag waarom de Slag om de Schelde een ‘vergeten’ slag wordt genoemd. Ze ging op zoek naar een antwoord en keek daarbij onder andere naar de persoonlijkheid van enkele belangrijke betrokkenen, zoals Eisenhower en Montgomery.

Kees van den Bovenkamp beschrijft het verzetswerk en de uiteindelijke executie van Andries de Koning uit Kwadendamme. Samen met zijn oom Geert werd hij in Amsterdam opgepakt en als vergelding voor een verzetsdaad elders in het land geëxecuteerd, kort voor het einde van de oorlog.

Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bestaat 250 jaar. We besteden daar aandacht aan met een artikel van Veronica Frenks en Anna de Bruyn over het bezoek van Willem V aan Zeeland in 1786. Stadhouder Willem V, tevens eerste beschermheer van het Genootschap, bracht bij die gelegenheid in ook een bezoek aan de Bevelanden. Hij volgde een intensief programma, waarbij vele plaatsen in een paar dagen werden bezocht.

Voor het volgende artikel dook Jan Kouwen in het notulenboek van de joodse gemeente in Goes. Het notulenboek werd tussen 1877 en 1897 bijgehouden en uit de notities krijgen we een beeld van de verhoudingen binnen de joodse gemeenschap. Soms werkte men eendrachtig samen, maar te vaak was er sprake grote onenigheid. De kleine gemeente zou dan ook nooit uitgroeien tot een levensvatbare gemeenschap.


 

 

Spuije 107 Zomer 2019

Inhoud: 

  • Het moeizame begin van het christelijk onderwijs in Goes / G.J. Lepoeter
  • ‘Gelachen dat we hebben’, oerjaren van de Bevelandse popcultuur / Jan J.B. Kuipers
  • Cornelis Alegoed (1763-1844), schoolmeester te Nisse / Hester van Rees
  • UitMUNTend / Hester van Rees
  • Adriaan Harinck / Mandrie Harinck
  • Boekindruk: Verslaggever van ’t Nieuwe Zeeuwtje / Albert L. Kort
                          Breekbare helden, Het verzet in Zeeland 1940-44 / Kees van den Bovenkamp

               

Halverwege de negentiende eeuw was er een sterke opkomst van het bijzonder onderwijs. In de periode 1850-1852 werden meer dan 150 bijzondere scholen gesticht. Ook in Goes bestond in die tijd de behoefte aan de oprichting van een christelijke lagere school. Er waren veel voorstanders, maar ook hardnekkige tegenstanders. Een daarvan was schoolopziener Johannes ab Utrecht Dresselhuis. Er ontstond een felle strijd die werd uitgevochten tot op het hoogste niveau. G.J. Lepoeter schreef een boeiend verhaal over deze strijd.

Dat we met de Spuije niet altijd teruggaan naar het verre verleden bewijst de bijdrage van Jan J.B. Kuipers. Hij schrijft over de oerjaren van de Bevelandse popcultuur, de jaren zestig van de vorige eeuw. Er werden in die tijd veel bandjes opgericht die in de meeste gevallen slechts beperkte roem wisten te vergaren. Toch zullen veel lezers nog wel herinneringen hebben aan hun optredens in Schuttershof of Prins van Oranje en andere zalen.

Hester van Rees schrijft over Cornelis Alegoed, wiens portret wordt aangekocht door het Historisch Museum De Bevelanden (HMDB). Alegoed is lange tijd schoolmeester geweest in Nisse en hield er tweehonderd jaar geleden al verrassend moderne denkbeelden op na.

Een bekende naam in Goes en omgeving was lange tijd die van houthandel Harinck. Een bedrijf met een lange geschiedenis die teruggaat tot de zeventiende eeuw, toen Adriaan Harinck met de houthandel begon. Lange tijd was het een bloeiend familiebedrijf dat generaties lang verder werd uitgebouwd. Een van de afstammelingen van Adriaan, Mandrie Harinck, beschrijft deze familie- en bedrijfsgeschiedenis.

Tenslotte aandacht voor de tentoonstelling UitMUNTend in HMDB met munten uit de collectie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, naar aanleiding van het 250-jarig bestaan van het Genootschap.

 

 

 

Spuije 106 Voorjaar 2019

Inhoud:

  • De vergeten watersnoodramp van 1906 / Frits de Kaart
  • Een schoone visserije genaamt Focquene, een bijzondere kaart van rond 1700 van de visserij tussen Kruiningen en Nieuwlande / Kees Bos en Frank de Klerk
  • Dracht, steken, stoppen en stikken / Hester van Rees
  • Dorpsomroeper Wim de Smit / Kees van den Bovenkamp
  • De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel III / Adri Haaij
  • Boekindruk: Nieuwdorp in oorlogstijd, De slag om de Sloedam / Albert L. Kort
                        Cultuur wordt kultuur, culturele collaboratie in Zeeland / A.J. Barth

               

Een vergeten watersnoodramp, zo mogen de overstromingen van 1906 wel genoemd worden. Tot op zekere hoogte te begrijpen, het is ruim een eeuw geleden en er waren geen dodelijke slachtoffers. Dat neemt niet weg dat de materiële schade enorm was. Veel huizen en boerderijen werden verwoest door het binnenstromende water en ook de landbouwgronden leden veel schade door het zout. Frits de Kaart schrijft over de gebeurtenissen van maart 1906, de oorzaken, de gevolgen en de reacties.

De vondst van een bijzondere kaart van een deel van Oost-Zuid-Beveland bracht Kees Bos en Frank de Klerk ertoe om een artikel te schrijven over dit gebied. De kaart is gemaakt rond 1700 en, hoewel er in het landschap veel is veranderd, zijn een aantal elementen nog wel traceerbaar. Waarschijnlijk speelde de kaart een rol bij de vele rechtszaken die Cornelis de Perponcher en Adriaen Vogel, heer van Steenvliet, begin achttiende eeuw tegen elkaar voerden. In dit artikel worden enkele daarvan besproken.

Veel informatie bereikt ons tegenwoordig via televisie, radio, websites en sociale media. Vroeger ging dat anders, de dorpsomroeper ging van deur tot deur om belangrijke informatie te verspreiden. Het lijkt een beroep uit een (ver) verleden, maar toch kent ons land nog steeds een aantal dorpsomroepers. Een daarvan woont in Nisse, Wim de Smit, omroeper van de gemeente Borsele. Zijn roep is nog steeds te horen bij allerlei activiteiten. Niet alleen in Borsele, maar ook elders in het land en zelfs ver over de landsgrenzen, zoals hij aan Kees van den Bovenkamp vertelt.

Adri Haaij doet in het derde en laatste deel van een drieluik over verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer verslag van het onderzoek naar de verdwenen hoeve aan oostzijde van de Reeweg.

Hester van Rees beschrijft de achtergronden van een nieuwe tentoonstelling in het museum en er zijn enkele boekbesprekingen.

 

 

 

 

Spuije 105 Winter 2018

Inhoud: 

  • Het algemeen kiesrecht: de lange aanloop er naar toe en enkele opmerkelijke gevolgen / Jan Zwemer
  • Uitgelicht: tegeltableaus van Willem V en Wilhelmina van Pruisen/ Hester van Rees
  • Portret van een onbekend meisje, door Marinus Zwigtman / Koen van Rooijen
  • ’t Hof de Dierik, Amsterdamse school in een Oudelandse polder / Jan de Jonge
  • Kind in de Tweede Wereldoorlog, deel II / T.W. Rosmolen
  • De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel II / Adri Haaij
  • Filmindruk: Ladybug, this is Ineke / Eef van Brummelen
                      Bobje en Ceres / Hester van Rees
  • Boekindruk: Marlies Allewijn, de meid / Manda Heddema

        

 

De bijdrage van Jan Zwemer over de invoering van het algemeen mannenkiesrecht gaat over dezelfde periode in onze geschiedenis. Weliswaar kwam het algemeen mannenkiesrecht er pas in 1917, maar dat was het sluitstuk van een lange ontwikkeling die enkele tientallen jaren daarvoor begonnen was. Het kierecht voor zowel mannen als vrouwen zou er pas in 1919 komen. Enkele belangrijke gevolgen van de verruiming van het kiesrecht waren de gewijzigde politieke verhoudingen, ook op lokaal niveau, en de opkomst van nieuwe partijen.

Veel Bevelandse boerderijen zijn gebouwd in een traditionele stijl. Er zijn echter uitzonderingen en daarvan is ’t Hof de Dierik in Oudelande, een heel bijzondere. Deze hoeve is gebouwd volgens de principes van een in oorsprong stedelijke bouwstijl: de Amsterdamse School. Ook de tuin heeft een bijzonder ontwerp en samen vormen ze een waar kunstwerk in de polder. Jan de Jonge vertelt over het ontstaan van de Dierik.

Naast de tweede delen van de artikelen Kind in oorlogstijd en de Geschiedenis van drie boerderijen in de Yerseke Moer, in deze Spuije ook een drietal filmbesprekingen. Besprekingen van pas verschenen boeken met een relatie tot de Bevelanden hadden we al lang, maar er zijn ook films over Bevelandse onderwerpen. Tijdens het festival Film by the Sea werden er ook dit jaar weer enkele vertoond en het leek ons goed daar enige aandacht aan te schenken.

 

 

 

 

Spuije 104 Zomer 2018

Inhoud: 

  • De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel I / Adri Haaij
  • Het testament van Dignis Dominicus / G.J. Lepoeter
  • HMDB uitgelicht: Glazen bokaal ter gelegenheid van 200 jaar Satisfactie / Hester van Rees
  • Nieuwe informatie bij een oude tekening / Frank de Klerk
  • Kind in de Tweede Wereldoorlog, deel I / T.W. Rosmolen
  • Het blazoen van de Kapelse rederijkerskamer De Wijngaartranke nader bekeken / Bram le Clercq

 

We beginnen deze Spuije in de Yerseke Moer. Adri Haaij heeft in dat gebied de historie van drie - inmiddels verdwenen - boerderijen uitgezocht. Van het artikel dat hij daar over schreef is in dit nummer van de Spuije het eerste deel opgenomen. Het gaat over een hoeve die gelegen was aan de huidige Reeweg. In de loop der eeuwen is er een lange reeks eigenaren geweest, tot in 1851 het noodlot toesloeg.

We blijven in het tweede artikel in dezelfde omgeving. Dignis Dominicus was ambachtsheer van Yerseke en zeer welvarend. Tegen het einde van zijn leven maakte hij een testament waarin hij zijn aardse goederen verdeelde. De inhoud van het testament is voor een groot deel weinig opmerkelijk, maar een van de legaten valt wel op. G.J. Lepoeter beschrijft hoe de nalatenschap verdeeld moest worden en gaat na wat de achtergrond van het bijzondere legaat kan zijn.

In de reeks beschrijvingen van bijzondere voorwerpen uit het Historisch Museum De Bevelanden, deze keer een bijdrage van Hester van Rees over de bokaal die het stadsbestuur van Goes liet maken ter gelegenheid van de herdenking van 200 jaar Satisfactie van Goes. Wat was deze Satisfactie en waarom kwam die tot stand? Wie waren er bij betrokken en hoe was de situatie in Goes in de jaren zeventig van de zestiende eeuw? In dit artikel het verhaal achter een bijzondere bokaal.

Onderdeel van het verhaal over de Satisfactiebokaal is het beleg van Goes in 1572. Van dit beleg, door de geuzen, is een tekening bewaard gebleven naar een zestiende-eeuws schilderij. Die tekening maakt veel duidelijk over de militaire situatie op Zuid-Beveland in dat jaar. Frank de Klerk doet verslag van nieuwe informatie die de laatste jaren over deze prent aan het licht is gekomen.

In de vorige Spuije was er uitgebreid aandacht voor de strafkampen die na de Tweede Wereldoorlog voor NSB’ers werden ingericht en hun verhaal. Deze keer kijken we weer naar de oorlog, maar dan door de ogen van een kind. T.W. Rosmolen was 10 jaar toen de Bevelanden bevrijd werden. Hij was met zijn familie van Schouwen-Duiveland geëvacueerd naar Kruiningen en later Hansweert. Voor een jongen van die leeftijd een gevaarlijke, maar vooral ook spannende tijd, waarin vele avonturen te beleven waren.

 

 

 

Spuije 103 Voorjaar 2018

Inhoud:

  • Strafkampen op de Bevelanden, 1945-1947 / Frank de Klerk
  • De muze in het kamp / Lo van Driel
  • Bericht vanuit het HMDB: Stoplap gemaakt met tenen van voet! / Hester van Rees
  • Koninklijke aandacht voor Waarde / Kees van den Bovenkamp
  • Liefde en onmin op Noord-Beveland: Aart van der Maas (1750-1817), landman, en zijn relatie met Johanna Liefbroer (1777-1847) / A.J. de Looff en P.C. van Voorst Vader †

 

Deze Spuije beginnen we met een tweetal artikelen over een onderwerp dat in de (Zeeuwse) geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog nog weinig aandacht heeft gekregen: de interneringskampen voor NSB’ers. Waar bevonden die zich op de Bevelanden? Wie werden er opgesloten? Hoe werden de gevangenen behandeld? Allemaal vragen waarop Frank de Klerk in het artikel Strafkampen op de Bevelanden, 1945-1947 een antwoord probeert te geven.

In het volgende artikel gaat Lo van Driel in op een bijzondere activiteit van enkele geïnterneerden in Fort Ellewoutsdijk: zij schreven gedichten tijdens hun gevangenschap. In het gemeentearchief van Goes en de Zeeuwse Bibliotheek zijn twee schriftjes teruggevonden waarin die gedichten zijn verzameld. In zijn bijdrage vertelt Van Driel over de dichters en worden enkele gedichten besproken. De belangrijkste dichter in het fort was waarschijnlijk Martien Beversluis, onder andere oud-burgemeester van Veere. Hij was eerst pacifist, om vervolgens via het communisme bij het fascisme uit te komen.

In het Historisch Museum De Bevelanden is de expositie Buitengewoon en Markant te zien. Deze expositie heeft de geschiedenis van de Zak van Zuid-Beveland tot onderwerp. Er is onder andere informatie over het ontstaan van de Zak, het landschap en enkele van de kastelen die er hebben gestaan. Ook het dorpsleven in de negentiende en twinigste eeuw is onderdeel van de expositie. Hester van Rees geeft een overzicht.

Van Kees van de Bovenkamp hebben we weer een bijdrage over de geschiedenis van het dorp Waarde. Deze keer schrijft hij over de bezoeken die leden van de koninklijke familie door de jaren heen aan het dorp brachten.

In de loop der jaren hebben we regelmatig artikelen gepubliceerd van leden van de familie Van Voorst Vader. Zij hebben veel bijgedragen aan het vastleggen van de geschiedenis van Noord-Beveland. De laatste jaren waren deze artikelen van de hand van de heer P.C. van Voorst Vader. Helaas is hij afgelopen najaar overleden. In deze Spuije zijn laatste bijdrage, over liefde en overspel op Noord-Beveland.

 

Zie ook Tijdschriftenbank