De Spuije inhoud laatste nummers
De Spuije verschijnt drie keer per jaar
Hieronder vindt u een kort overzicht van de inhoud van enkele recent en eerder verschenen nummers.
Spuije 113 Voorjaar 2021
Een toegewijde penningmeesteresse / G.J. Lepoeter
Priesters, broeders en zusters, deel I / Frits de Kaart
De Zeeuwse schipper Pieter de Waeijer de la Rue nader beschouwd, deel II / Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer
Het grote bouwterrein bij het dorp Kats / Joan de Jonge
Gesloten huwelijken voor de wet van Wemeldinge en het wel en wee van de katholieke familie Kuilenbroek / Adri Haaij
De luchtoorlog boven Zuid-Beveland / Wim de Meester en Kees Stoutjesdijk
Een nieuwe kijk op de loop van de Korte Gos / Sjako Ruster
Drinkwatervoorziening in ons dorp (’s-Heerenhoek) / Kees Rentmeester
Ken den Heer in al uwe wegen, dat was de naam van de jongedochtersvereniging waar Lena Magdalena Schipper penningmeesteresse was. G.J. Lepoeter kwam in het bezit van enkele van haar geschriften, waaronder haar dagboek. Fragmenten daaruit laten ons zien wat de toen zesentwintigjarige Lena zoal bezighield.
Van een jongedochtersvereniging naar de abdij van Postel is in de Spuije een kleine stap. Ook in dit artikel van Frits de Kaart gaat het om nagelaten geschriften. Nu door pater Walter Laurentius Rijk, afkomstig uit ’s-Heerenhoek. Tijdens zijn verblijf in Postel verzamelde hij informatie over Zuid-Bevelandse katholieke (boeren)families en boerderijen, zowel tekst als foto’s. Hij bewaarde die in albums die vorig jaar werden overgedragen aan de Heemkundige Kring en nu in bewaring zijn bij het Genealogisch Centrum Zeeland in Middelburg. In deze en de komende Spuijes zullen we enkele artikelen op basis van dat materiaal opnemen.
Uit het eerste deel van het artikel over Pieter de Waijer de la Rue door Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer, bleek dat zijn carrière als kapitein een voortvarende start beleefde. In dit tweede deel lezen we over de verdere avonturen van Pieter en over de problemen waarmee hij te maken kreeg.
Sommige leden van onze verenigingen zullen zich de aanleg van de Zeelandbrug herinneren. De betonnen onderdelen waarmee de brug werd opgebouwd zijn gemaakt op een bouwterrein bij Kats. Joan de Jonge beschrijft hoe het bouwterrein tot stand kwam en wat het betekende voor het eerder zo rustige dorp Kats.
Adri Haaij las in de gerechtsrol van Wemeldinge over een aantal katholieke huwelijken aldaar. Deze bruidsparen konden niet in de kerk trouwen, maar wel voor de wet. In dit artikel gaat het voornamelijk over leden van de familie Kuilenbroek en hun leven in de omgeving van Wemeldinge.
Verder in deze Spuije een nieuwe theorie over de loop van de Korte Gos, een bijdrage over de komst van de waterleiding naar ’s-Heerenhoek en het verloop van de luchtoorlog boven Zuid-Beveland.
Spuije 112 Voorjaar 2021
Het Goesche Wondermeisje / Jacqueline Baaijens
Uit het leven van een diender in Goes / Albert L. Kort
Jantje de Prentenknipper / Hester van Rees
De Zeeuwse schipper Pieter de Waeijer de la Rue nader beschouwd / Boudewijn Huenges Wajer en Theo Wajer
Ziekenzorg en wijkverpleging in Kapelle en Biezelinge, 1898-1965 / Jan de Jonge
Houzaagmolen De Eendracht / Mandrie Harinck
Het openingsartikel in deze Spuije gaat over het Goesche Wondermeisje. Sommigen van u hebben wellicht al over haar gelezen op de facebookpagina van de Heemkundige Kring. Een paar jaar geleden stond daarop een bijdrage over dit meisje met misvormde handen, dat begin twintigste eeuw als curiositeit op de kermis werd tentoongesteld. Naar aanleiding van dat verhaal is een groep mensen een zoektocht begonnen om te achterhalen wie zij was, waar ze vandaan kwam en wat er van haar geworden is.
Voor de tweede bijdrage in dit blad blijven we in Goes. Albert L. Kort vertelt over de belevenissen van een Goese politieagent die ongeveer honderd jaar geleden in dienst trad. Agent Saaman was van eenvoudige komaf en was blij dat hij bij de politie in dienst kon treden. Het was immers een beroep dat bestaanszekerheid bood. Het was een tijd van handkarren en dienstfietsen, maar ook van gevaren in de Tweede Wereldoorlog. En we lezen dat ook in die tijd al lokagenten werden ingezet, verkleed in Bevelandse klederdracht.
Enkele jaren geleden stonden in de Spuije een paar artikelen over Pieter de Waeijer de la Rue. Auteurs Theo Wajer en Boudewijn Huenges Wajer hebben verder onderzoek gedaan naar leven en werken van Pieter. In dit artikel gaan ze in op zijn leven als zeeman. Hij maakte verschillende reizen voor de Middelburgsche Commercie Compagnie en de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij klom daarbij op van secretaris tot schipper.
In deze tijd, waarin velen getroffen worden door de Covid-19 pandemie, blijkt weer hoe belangrijk een goede gezondheidszorg is, die dicht bij de mensen staat. Rond 1900 was men zich daar ook al van bewust en werden in veel plaatsen verenigingen opgericht voor het verstrekken van medische hulpmiddelen en ziekenzorg. De kruisverenigingen die toen ontstonden zouden een belangrijke rol spelen bij de verzorging van zieken en de bestrijding van ziekten als tuberculose. Jan de Jonge beschrijft hoe dit proces zich voltrok in Biezelinge en Kapelle.
Mandrie Harinck schreef eerder over houthandel Harinck in Goes en in deze Spuije gaat hij nader in op houtzaagmolen van de familie Harinck: De Eendracht. Hij beschrijft de werking van de molen en de verwerking van het hout van boom tot plank. En verder lezen we hoe het de familie Harinck verging vanaf de stichting van de molen in 1701 tot de afbraak in 1903.
Spuije 111 Winter 2020
Bolwerk van verzet / Frits de Kaart
Kornelia Dirkje / Hester van Rees
Kees Bruijnes, portret van een Antilliaanse in streekdracht / Hester van Rees
Poldersedijk, de oudste dijk van Zuid-Beveland / Bas Chamuleau
De lijn Dordrecht-Goes / Frank de Klerk, Hans Blok (gegevens Dordtse scheepsbouwers)
Landbouwvereniging ‘Vooruitgang is ons streven’ (VIOS), te Kapelle/ G.J. Lepoeter
De Jorismeet in Wemeldinge / Adri Haaij
De Koenkelpot / Maria P. Burger-de Dreu
Het eerste artikel in deze Spuije gaat over verzetsstrijder Nicolaas Corstanje uit Goes. Frits de Kaart beschrijft het leven en verzetswerk van deze Goesenaar. Om te voorkomen dat hij als oud-militair naar Duitsland zou worden afgevoerd, dook hij onder in de Achterhoek waar hij het verzetswerk voortzette. Later vertrok hij naar Den Haag waar hij werd gearresteerd en kort daarna gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte.
In de twee volgende artikelen beschrijft Hester van Rees twee voorwerpen uit de collectie van het Historisch Museum De Bevelanden. Voorwerpen met een bijzonder verhaal. Het gaat daarbij om een beeldje van een weeshuiskind en een schilderij van een Antilliaans meisje in Zeeuwse streekdracht. Dat laatste is een bijzondere combinatie die weergeeft hoe het óók kan als twee culturen elkaar ontmoeten.
Vervolgens gaan we ver terug in de tijd, naar de twaalfde eeuw. Toen werd een begin gemaakt met de aanleg van de ringdijk rond Zuid-Beveland. De Poldersedijk bij ’s-Heer Arendskerke, was daar een onderdeel van. Bas Chamuleau geeft een beschrijving van het ontstaan van het gebied, het Zwake-systeem en van de dijk zelf, die bij werkzaamheden aan de Sloeweg en de A58 doorgegraven is. Dit maakte het mogelijk de activiteiten van vele generaties van dijkenbouwers in beeld te brengen.
De jaren zeventig van de negentiende eeuw waren voor de Bevelandse boeren een slechte periode. Graanprijzen stonden onder zware druk door buitenlandse concurrentie en de meekrapteelt verdween door de uitvinding van synthetische kleurstoffen. In die situatie was er behoefte aan kennis en onderwijs. Landbouwvereniging ‘Vooruitgang is ons streven’, uit Kapelle wilde daar ook aan bijdragen. G.J. Lepoeter vertelt hoe de vereniging tot stand kwam en over de activiteiten, tot ze in 1991 werd opgeheven.
Spuije 110 Zomer 2020
De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel II / Albert L. Kort
Expositie ‘De originele Randjes’ / Hester van Rees
De vesten van Goes / Frank de Klerk
Een kasboek lopend van 1 maart 1900 tot 1 maart 1910 / Jan de Jonge, Nieuwerkerk
De coöperatieve arbeidersvereniging Cats Algemeen Belang / Gerard van der Wal
Een oudheidkundige vereniging / Frits de Kaart
Dit zomernummer beginnen we met het tweede deel van het artikel over de politie van Goes, door Albert Kort. De nadruk ligt deze keer op de twintigste eeuw. Een eeuw met ingrijpende gebeurtenissen, zoals twee wereldoorlogen, die ook invloed hadden op het Goese politiekorps. Een korps dat in de loop der jaren flink groeide, met steeds meer verschillende functies en een nieuw politiebureau.
Nu het Historisch Museum De Bevelanden de deuren weer heeft geopend kunnen we ook in dit nummer van de Spuije aandacht besteden aan een expositie. Het betreft een bijzondere toevoeging aan de reeks merklappententoonstellingen. Ditmaal gaat het om de randjes van de merklappen. Voor de expositie is een selectie gemaakt van geborduurde randjes die jarenlang via een Facebookgroep verzameld zijn. Hester van Rees beschrijft de achtergronden van de expositie.
Enkele jaren geleden organiseerde de Heemkundige Kring een excursie langs de Goese vesten, onder leiding van Frank de Klerk. Hij wist daarbij boeiende verhalen over het ontstaan van de vesten te vertellen. In dit artikel volgen we de geschiedenis van de vesten van de veertiende tot in de twintigste eeuw. Van Jacoba van Beieren, via de Geuzen en de Fransen tot de afbraak van vrijwel alle bouwwerken in de negentiende eeuw.
Gerard van der Wal beschrijft de opkomst en ondergang van de coöperatieve vereniging Algemeen Belang in Kats. Bijna 100 jaar zorgde die voor de inkoop van kolen voor de arbeiders van Kats voor een redelijke prijs.
Van Frits de Kaart is er in deze Spuije een bijdrage over een vereniging die heel wat korter heeft bestaan. Namelijk de voorganger van de huidige Heemkundige Kring: de Oudheidkundige Vereeniging ‘De Bevelanden’. Opgericht in 1928 zou deze al in 1934 zijn opgeheven. Tot voor kort was over de vereniging nauwelijks iets bekend, maar in dit artikel krijgen we een aardig beeld van de toenmalige activiteiten, die weinig lijken af te wijken van die van de huidige vereniging.
Spuije 109 Voorjaar 2020
Waar leg je de grens? Gemeentelijke herindelingen 1815-1970 / Marcel van der Borgt
De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel I / Albert L. Kort
De molenaar van Nisse in opspraak / Adri Haaij
De Vreemid, 16-22 juli 1921 / Jan de Jonge
Ieder jaar zijn er herdenkingen. Dit jaar is dat onder andere het geval met de gemeentelijke herindeling van de Bevelanden, in 2020 vijftig jaar geleden. Voor Marcel van der Borgt was dat aanleiding om eens terug te kijken naar de ontwikkelingen op langere termijn. Hij begint zijn artikel in 1815, na het vertrek van de Fransen. Daarbij komen niet alleen de veranderingen in Zeeland of op de Bevelanden aan de orde. Er wordt ook nagegaan hoe men in omringende landen met het verschijnsel ‘gemeente’ omgaat. En hij stelt zich de vraag, hoe nu verder? Want: waar leg je de grens?
Het tweede artikel in deze Spuije gaat over de Goese politie, geschreven door Albert L. Kort. Ook hij begint zijn verhaal in de eerste helft van de negentiende eeuw. Van een ‘politiemacht’ was op dat moment nog geen sprake en de stadsbestuurders hadden na een volksoproer wel door dat er op dat vlak iets moest gebeuren. Snel gingen de veranderingen niet en ook de kwaliteit van de negentiende-eeuwse agenten liet nogal eens te wensen over. In deze Spuije het eerste deel van de weg die werd afgelegd naar een degelijke en betrouwbare politieorganisatie.
Met een bijdrage over de molenaar van Nisse gaan we een paar honderd jaar verder terug in de tijd. Adri Haaij dook in het verleden van de familie Haaij en kwam uit bij Marinus Haey, jongeman van Baarland, die zich in Nisse vestigde als molenaar. Enkele jaren na zijn huwelijk, met Neeltje de Vriese, werd Marinus er van beschuldigd dat hij vleeselijke conversatie had gehad met een jongedame die niet zijn vrouw was. Wie sprak de waarheid?
In onze tijd worden regelmatig feesten en manifestaties georganiseerd in de binnenstad van Goes, maar ook honderd jaar geleden was het al zo. In 1921 was er in de maand juli een manifestatie genaamd Vreemid. De manifestatie duurde een week en trok grote aantallen bezoekers. Ze konden de tentoongestelde goederen bekijken, maar er was ook veel muziek en allerlei spelen. Er waren demonstraties en iets dat leek op tooverij: een draadloos concert dat vanuit Den Haag te horen was in Goes. Er waren die week in Goes ook nog een zangconcours en een turntoernooi, zodat het is de stad met de duizenden bezoekers een drukte van belang was. Jan de Jonge schreef er een artikel over naar aanleiding van een prent van de tentoonstelling die bij toeval werd gevonden.
Spuije 109 Voorjaar 2020
Inhoud:
- Waar leg je de grens? Gemeentelijke herindelingen 1815-1970 / Marcel van der Borgt
- De ‘ordehandhavers’ van Goes, deel I / Albert L. Kort
- De molenaar van Nisse in opspraak / Adri Haaij
- De Vreemid, 16-22 juli 1921 / Jan de Jonge
Ieder jaar zijn er herdenkingen. Dit jaar is dat onder andere het geval met de gemeentelijke herindeling van de Bevelanden, in 2020 vijftig jaar geleden. Voor Marcel van der Borgt was dat aanleiding om eens terug te kijken naar de ontwikkelingen op langere termijn. Hij begint zijn artikel in 1815, na het vertrek van de Fransen. Daarbij komen niet alleen de veranderingen in Zeeland of op de Bevelanden aan de orde. Er wordt ook nagegaan hoe men in omringende landen met het verschijnsel ‘gemeente’ omgaat. En hij stelt zich de vraag, hoe nu verder? Want: waar leg je de grens?
Het tweede artikel in deze Spuije gaat over de Goese politie, geschreven door Albert L. Kort. Ook hij begint zijn verhaal in de eerste helft van de negentiende eeuw. Van een ‘politiemacht’ was op dat moment nog geen sprake en de stadsbestuurders hadden na een volksoproer wel door dat er op dat vlak iets moest gebeuren. Snel gingen de veranderingen niet en ook de kwaliteit van de negentiende-eeuwse agenten liet nogal eens te wensen over. In deze Spuije het eerste deel van de weg die werd afgelegd naar een degelijke en betrouwbare politieorganisatie.
Met een bijdrage over de molenaar van Nisse gaan we een paar honderd jaar verder terug in de tijd. Adri Haaij dook in het verleden van de familie Haaij en kwam uit bij Marinus Haey, jongeman van Baarland, die zich in Nisse vestigde als molenaar. Enkele jaren na zijn huwelijk, met Neeltje de Vriese, werd Marinus er van beschuldigd dat hij vleeselijke conversatie had gehad met een jongedame die niet zijn vrouw was. Wie sprak de waarheid?
In 1921 was er in de maand juli een manifestatie genaamd Vreemid. De manifestatie duurde een week en trok grote aantallen bezoekers. Ze konden de tentoongestelde goederen bekijken, maar er was ook veel muziek en allerlei spelen. Er waren demonstraties en iets dat leek op tooverij: een draadloos concert dat vanuit Den Haag te horen was in Goes. Er waren die week in Goes ook nog een zangconcours en een turntoernooi, zodat het is de stad met de duizenden bezoekers een drukte van belang was. Jan de Jonge schreef er een artikel over naar aanleiding van een prent van de tentoonstelling die bij toeval werd gevonden.
Spuije 108 Winter 2019
Inhoud:
- Het dagboek van Kees van de Vrie 1943-1945 / Jan de Jonge
- Slag om de Schelde, waarom eigenlijk vergeten? / Hester van Rees
- Andries de Koning en Geert de Koning, verzetshelden / Kees van den Bovenkamp
- Vorstelijk bezoek: Stadhouder Willem V’s tournee op Zuid-Beveland / Veronica Frenks en Anna de Bruyn
- Het staat genoteerd, het Notule Boek van de Israëlitische gemeente te Goes / Jan Kouwen
- De klokkenluider van Yerseke / Hans Blok
We beginnen daarbij met het dagboek van Kees van de Vrie. Kees was een jonge boerenzoon uit ’s-Heer Abtskerke die werd opgeroepen om te gaan werken in Duitsland. Daar voelde hij niets voor en hij dook onder. Dat ging lang goed, maar op den duur is hij toch opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij hield in de periode dat hij van huis weg was een dagboek bij, waarin hij op boeiende wijze zijn belevenissen beschreef. Van de familie Van de Vrie kregen we een kopie van het dagboek en Jan de Jonge maakte er een bewerking van.
Hester van Rees stelde zich de vraag waarom de Slag om de Schelde een ‘vergeten’ slag wordt genoemd. Ze ging op zoek naar een antwoord en keek daarbij onder andere naar de persoonlijkheid van enkele belangrijke betrokkenen, zoals Eisenhower en Montgomery.
Kees van den Bovenkamp beschrijft het verzetswerk en de uiteindelijke executie van Andries de Koning uit Kwadendamme. Samen met zijn oom Geert werd hij in Amsterdam opgepakt en als vergelding voor een verzetsdaad elders in het land geëxecuteerd, kort voor het einde van de oorlog.
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bestaat 250 jaar. We besteden daar aandacht aan met een artikel van Veronica Frenks en Anna de Bruyn over het bezoek van Willem V aan Zeeland in 1786. Stadhouder Willem V, tevens eerste beschermheer van het Genootschap, bracht bij die gelegenheid in ook een bezoek aan de Bevelanden. Hij volgde een intensief programma, waarbij vele plaatsen in een paar dagen werden bezocht.
Voor het volgende artikel dook Jan Kouwen in het notulenboek van de joodse gemeente in Goes. Het notulenboek werd tussen 1877 en 1897 bijgehouden en uit de notities krijgen we een beeld van de verhoudingen binnen de joodse gemeenschap. Soms werkte men eendrachtig samen, maar te vaak was er sprake grote onenigheid. De kleine gemeente zou dan ook nooit uitgroeien tot een levensvatbare gemeenschap.
Spuije 107 Zomer 2019
Inhoud:
- Het moeizame begin van het christelijk onderwijs in Goes / G.J. Lepoeter
- ‘Gelachen dat we hebben’, oerjaren van de Bevelandse popcultuur / Jan J.B. Kuipers
- Cornelis Alegoed (1763-1844), schoolmeester te Nisse / Hester van Rees
- UitMUNTend / Hester van Rees
- Adriaan Harinck / Mandrie Harinck
- Boekindruk: Verslaggever van ’t Nieuwe Zeeuwtje / Albert L. Kort
Breekbare helden, Het verzet in Zeeland 1940-44 / Kees van den Bovenkamp
Halverwege de negentiende eeuw was er een sterke opkomst van het bijzonder onderwijs. In de periode 1850-1852 werden meer dan 150 bijzondere scholen gesticht. Ook in Goes bestond in die tijd de behoefte aan de oprichting van een christelijke lagere school. Er waren veel voorstanders, maar ook hardnekkige tegenstanders. Een daarvan was schoolopziener Johannes ab Utrecht Dresselhuis. Er ontstond een felle strijd die werd uitgevochten tot op het hoogste niveau. G.J. Lepoeter schreef een boeiend verhaal over deze strijd.
Dat we met de Spuije niet altijd teruggaan naar het verre verleden bewijst de bijdrage van Jan J.B. Kuipers. Hij schrijft over de oerjaren van de Bevelandse popcultuur, de jaren zestig van de vorige eeuw. Er werden in die tijd veel bandjes opgericht die in de meeste gevallen slechts beperkte roem wisten te vergaren. Toch zullen veel lezers nog wel herinneringen hebben aan hun optredens in Schuttershof of Prins van Oranje en andere zalen.
Hester van Rees schrijft over Cornelis Alegoed, wiens portret wordt aangekocht door het Historisch Museum De Bevelanden (HMDB). Alegoed is lange tijd schoolmeester geweest in Nisse en hield er tweehonderd jaar geleden al verrassend moderne denkbeelden op na.
Een bekende naam in Goes en omgeving was lange tijd die van houthandel Harinck. Een bedrijf met een lange geschiedenis die teruggaat tot de zeventiende eeuw, toen Adriaan Harinck met de houthandel begon. Lange tijd was het een bloeiend familiebedrijf dat generaties lang verder werd uitgebouwd. Een van de afstammelingen van Adriaan, Mandrie Harinck, beschrijft deze familie- en bedrijfsgeschiedenis.
Tenslotte aandacht voor de tentoonstelling UitMUNTend in HMDB met munten uit de collectie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, naar aanleiding van het 250-jarig bestaan van het Genootschap.
Spuije 106 Voorjaar 2019
Inhoud:
- De vergeten watersnoodramp van 1906 / Frits de Kaart
- Een schoone visserije genaamt Focquene, een bijzondere kaart van rond 1700 van de visserij tussen Kruiningen en Nieuwlande / Kees Bos en Frank de Klerk
- Dracht, steken, stoppen en stikken / Hester van Rees
- Dorpsomroeper Wim de Smit / Kees van den Bovenkamp
- De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel III / Adri Haaij
- Boekindruk: Nieuwdorp in oorlogstijd, De slag om de Sloedam / Albert L. Kort
Cultuur wordt kultuur, culturele collaboratie in Zeeland / A.J. Barth
Een vergeten watersnoodramp, zo mogen de overstromingen van 1906 wel genoemd worden. Tot op zekere hoogte te begrijpen, het is ruim een eeuw geleden en er waren geen dodelijke slachtoffers. Dat neemt niet weg dat de materiële schade enorm was. Veel huizen en boerderijen werden verwoest door het binnenstromende water en ook de landbouwgronden leden veel schade door het zout. Frits de Kaart schrijft over de gebeurtenissen van maart 1906, de oorzaken, de gevolgen en de reacties.
De vondst van een bijzondere kaart van een deel van Oost-Zuid-Beveland bracht Kees Bos en Frank de Klerk ertoe om een artikel te schrijven over dit gebied. De kaart is gemaakt rond 1700 en, hoewel er in het landschap veel is veranderd, zijn een aantal elementen nog wel traceerbaar. Waarschijnlijk speelde de kaart een rol bij de vele rechtszaken die Cornelis de Perponcher en Adriaen Vogel, heer van Steenvliet, begin achttiende eeuw tegen elkaar voerden. In dit artikel worden enkele daarvan besproken.
Veel informatie bereikt ons tegenwoordig via televisie, radio, websites en sociale media. Vroeger ging dat anders, de dorpsomroeper ging van deur tot deur om belangrijke informatie te verspreiden. Het lijkt een beroep uit een (ver) verleden, maar toch kent ons land nog steeds een aantal dorpsomroepers. Een daarvan woont in Nisse, Wim de Smit, omroeper van de gemeente Borsele. Zijn roep is nog steeds te horen bij allerlei activiteiten. Niet alleen in Borsele, maar ook elders in het land en zelfs ver over de landsgrenzen, zoals hij aan Kees van den Bovenkamp vertelt.
Adri Haaij doet in het derde en laatste deel van een drieluik over verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer verslag van het onderzoek naar de verdwenen hoeve aan oostzijde van de Reeweg.
Hester van Rees beschrijft de achtergronden van een nieuwe tentoonstelling in het museum en er zijn enkele boekbesprekingen.
Spuije 105 Winter 2018
Inhoud:
- Het algemeen kiesrecht: de lange aanloop er naar toe en enkele opmerkelijke gevolgen / Jan Zwemer
- Uitgelicht: tegeltableaus van Willem V en Wilhelmina van Pruisen/ Hester van Rees
- Portret van een onbekend meisje, door Marinus Zwigtman / Koen van Rooijen
- ’t Hof de Dierik, Amsterdamse school in een Oudelandse polder / Jan de Jonge
- Kind in de Tweede Wereldoorlog, deel II / T.W. Rosmolen
- De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel II / Adri Haaij
- Filmindruk: Ladybug, this is Ineke / Eef van Brummelen
Bobje en Ceres / Hester van Rees - Boekindruk: Marlies Allewijn, de meid / Manda Heddema
De bijdrage van Jan Zwemer over de invoering van het algemeen mannenkiesrecht gaat over dezelfde periode in onze geschiedenis. Weliswaar kwam het algemeen mannenkiesrecht er pas in 1917, maar dat was het sluitstuk van een lange ontwikkeling die enkele tientallen jaren daarvoor begonnen was. Het kierecht voor zowel mannen als vrouwen zou er pas in 1919 komen. Enkele belangrijke gevolgen van de verruiming van het kiesrecht waren de gewijzigde politieke verhoudingen, ook op lokaal niveau, en de opkomst van nieuwe partijen.
Veel Bevelandse boerderijen zijn gebouwd in een traditionele stijl. Er zijn echter uitzonderingen en daarvan is ’t Hof de Dierik in Oudelande, een heel bijzondere. Deze hoeve is gebouwd volgens de principes van een in oorsprong stedelijke bouwstijl: de Amsterdamse School. Ook de tuin heeft een bijzonder ontwerp en samen vormen ze een waar kunstwerk in de polder. Jan de Jonge vertelt over het ontstaan van de Dierik.
Naast de tweede delen van de artikelen Kind in oorlogstijd en de Geschiedenis van drie boerderijen in de Yerseke Moer, in deze Spuije ook een drietal filmbesprekingen. Besprekingen van pas verschenen boeken met een relatie tot de Bevelanden hadden we al lang, maar er zijn ook films over Bevelandse onderwerpen. Tijdens het festival Film by the Sea werden er ook dit jaar weer enkele vertoond en het leek ons goed daar enige aandacht aan te schenken.
Spuije 104 Zomer 2018
Inhoud:
- De geschiedenis van drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel I / Adri Haaij
- Het testament van Dignis Dominicus / G.J. Lepoeter
- HMDB uitgelicht: Glazen bokaal ter gelegenheid van 200 jaar Satisfactie / Hester van Rees
- Nieuwe informatie bij een oude tekening / Frank de Klerk
- Kind in de Tweede Wereldoorlog, deel I / T.W. Rosmolen
- Het blazoen van de Kapelse rederijkerskamer De Wijngaartranke nader bekeken / Bram le Clercq
We beginnen deze Spuije in de Yerseke Moer. Adri Haaij heeft in dat gebied de historie van drie - inmiddels verdwenen - boerderijen uitgezocht. Van het artikel dat hij daar over schreef is in dit nummer van de Spuije het eerste deel opgenomen. Het gaat over een hoeve die gelegen was aan de huidige Reeweg. In de loop der eeuwen is er een lange reeks eigenaren geweest, tot in 1851 het noodlot toesloeg.
We blijven in het tweede artikel in dezelfde omgeving. Dignis Dominicus was ambachtsheer van Yerseke en zeer welvarend. Tegen het einde van zijn leven maakte hij een testament waarin hij zijn aardse goederen verdeelde. De inhoud van het testament is voor een groot deel weinig opmerkelijk, maar een van de legaten valt wel op. G.J. Lepoeter beschrijft hoe de nalatenschap verdeeld moest worden en gaat na wat de achtergrond van het bijzondere legaat kan zijn.
In de reeks beschrijvingen van bijzondere voorwerpen uit het Historisch Museum De Bevelanden, deze keer een bijdrage van Hester van Rees over de bokaal die het stadsbestuur van Goes liet maken ter gelegenheid van de herdenking van 200 jaar Satisfactie van Goes. Wat was deze Satisfactie en waarom kwam die tot stand? Wie waren er bij betrokken en hoe was de situatie in Goes in de jaren zeventig van de zestiende eeuw? In dit artikel het verhaal achter een bijzondere bokaal.
Onderdeel van het verhaal over de Satisfactiebokaal is het beleg van Goes in 1572. Van dit beleg, door de geuzen, is een tekening bewaard gebleven naar een zestiende-eeuws schilderij. Die tekening maakt veel duidelijk over de militaire situatie op Zuid-Beveland in dat jaar. Frank de Klerk doet verslag van nieuwe informatie die de laatste jaren over deze prent aan het licht is gekomen.
In de vorige Spuije was er uitgebreid aandacht voor de strafkampen die na de Tweede Wereldoorlog voor NSB’ers werden ingericht en hun verhaal. Deze keer kijken we weer naar de oorlog, maar dan door de ogen van een kind. T.W. Rosmolen was 10 jaar toen de Bevelanden bevrijd werden. Hij was met zijn familie van Schouwen-Duiveland geëvacueerd naar Kruiningen en later Hansweert. Voor een jongen van die leeftijd een gevaarlijke, maar vooral ook spannende tijd, waarin vele avonturen te beleven waren.
Spuije 103 Voorjaar 2018
Inhoud:
- Strafkampen op de Bevelanden, 1945-1947 / Frank de Klerk
- De muze in het kamp / Lo van Driel
- Bericht vanuit het HMDB: Stoplap gemaakt met tenen van voet! / Hester van Rees
- Koninklijke aandacht voor Waarde / Kees van den Bovenkamp
- Liefde en onmin op Noord-Beveland: Aart van der Maas (1750-1817), landman, en zijn relatie met Johanna Liefbroer (1777-1847) / A.J. de Looff en P.C. van Voorst Vader †
Deze Spuije beginnen we met een tweetal artikelen over een onderwerp dat in de (Zeeuwse) geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog nog weinig aandacht heeft gekregen: de interneringskampen voor NSB’ers. Waar bevonden die zich op de Bevelanden? Wie werden er opgesloten? Hoe werden de gevangenen behandeld? Allemaal vragen waarop Frank de Klerk in het artikel Strafkampen op de Bevelanden, 1945-1947 een antwoord probeert te geven.
In het volgende artikel gaat Lo van Driel in op een bijzondere activiteit van enkele geïnterneerden in Fort Ellewoutsdijk: zij schreven gedichten tijdens hun gevangenschap. In het gemeentearchief van Goes en de Zeeuwse Bibliotheek zijn twee schriftjes teruggevonden waarin die gedichten zijn verzameld. In zijn bijdrage vertelt Van Driel over de dichters en worden enkele gedichten besproken. De belangrijkste dichter in het fort was waarschijnlijk Martien Beversluis, onder andere oud-burgemeester van Veere. Hij was eerst pacifist, om vervolgens via het communisme bij het fascisme uit te komen.
In het Historisch Museum De Bevelanden is de expositie Buitengewoon en Markant te zien. Deze expositie heeft de geschiedenis van de Zak van Zuid-Beveland tot onderwerp. Er is onder andere informatie over het ontstaan van de Zak, het landschap en enkele van de kastelen die er hebben gestaan. Ook het dorpsleven in de negentiende en twinigste eeuw is onderdeel van de expositie. Hester van Rees geeft een overzicht.
Van Kees van de Bovenkamp hebben we weer een bijdrage over de geschiedenis van het dorp Waarde. Deze keer schrijft hij over de bezoeken die leden van de koninklijke familie door de jaren heen aan het dorp brachten.
In de loop der jaren hebben we regelmatig artikelen gepubliceerd van leden van de familie Van Voorst Vader. Zij hebben veel bijgedragen aan het vastleggen van de geschiedenis van Noord-Beveland. De laatste jaren waren deze artikelen van de hand van de heer P.C. van Voorst Vader. Helaas is hij afgelopen najaar overleden. In deze Spuije zijn laatste bijdrage, over liefde en overspel op Noord-Beveland.